Op een zacht schapenvelletje
Wakker geworden
Alsof ik er als kleine baby
Opgelegd was
En nooit meer afgehaald
Zo voelde het toen
Ik na een bijzonder korte nacht
Maar toch goed uitgeslapen
Mijn ogen opende
Terwijl het licht
Door het gordijn
Zich in al haar winterse karakter
Door de stof priemde
Fijn om de zachtheid
Van het leven te voelen
En mijn vingers door
De donzige dichtgevlochtenheid
Van het leven
Van het bestaan
Te laten glijden
Met een traagheid
Die het bestaan deugd doet
Waar het werkelijke leven van houdt
Want als een zaadje
De grond raakt
Neemt het ook zijn/haar tijd
Om zich te ontplooien
Tot de plant
Tot de vruchtdragende plant
In haar volle glorie
Die ze zijn kan
En vruchten wil zij/hij
Dragen en dat ten volle
Net zoals de talenten ooit uitgedeeld
Die als je ze benut
Zich vermenigvuldigen
En elk bijzonder talent
Wacht op water, zon, aarde
Gedragenheid en omarming
Laat de donzige dichtheid
Je gevoeligheid beroeren
Met de aanraking
Van een pasgeborene
Beatrijs 2021
Comments