Bruin en groenig
Tonen ze zichzelf
Doorzichtig lijken ze
Door de zon doorstraalt te worden
Een overvloed
Aan kleine blaadjes
Op bemoste takjes
En een paar centimeter
Er vandaan op dezelfde tak
Zie ik als het ware
Torentjes of zijn het een flatgebouwen
Sommige staan rechtop
Andere hangen
Met een bepaalde kromming
Hun eigen kant op
Bijzonder om zo
Naar alle details
Van de notenboomontluiking
Te kijken
En als ik even afstand neem
Lijkt het alsof elk takje
Zelf een boom op zich vormt
In de boom huizen twee huisjes
Eentje om de vogels
Te voederen
Een ander om een thuis
Voor hen te zijn
Ik zie net een koolmeesje
Op het woonhuisje
Neerkomen
Hij of zij wipt
Naar het ronde gaatje toe
En kijkt om zich heen
Is het te vertrouwen
Kan ik mijn veilige nest betreden
De wind laat de bruin groenige
Zich ontvouwende blaadjes
Heen- en weer bewegen
Ze deinen gewillig mee
Onder het ritmische gezang
Van het koolmeesje
Beatrijs 2021