Het lijkt een eeuwigheid geleden
Dat ik nog
In de nachtdonkerte
Samen met zijn -stilte
Ondergedompeld werd
En hier zit ik dan
Oorverdovend stil is het
Helemaal omhuld
Door Ingridswarmte*
Aan het verlichte scherm
Terwijl er van buiten
Een beetje schemerlicht
Door de deels open
Getrokken gordijnen valt
Ik voel de metaalkilte
Via mijn polshuid
Mijn aderen binnen stromen
Dat terwijl mijn vingertoppen
Hun ruwheid van het tuinwerk
Blootleggen en lijken te tintelen
Klaar om woord na woord
Neer te schrijven
In mijn gedachtenoog
Zie ik het kalfje weer
Dat gisteren op de pelgrimswandeling
Met de onbeholpenheid
Van een nog niet lang geboren kalfje
Op zijn benen ging staan
Om waggelend
Naar zijn moeder te gaan
En mijn droom op die moment
Uit te laten komen
Het ging zichzelf tegoed doen
Aan ’s moeders melk
Zonder aarzelen
Begon hij aan de eerste tepel
Te zuigen
En bij het loslaten stroomde
Er wat witte melk de weide op
Wat een zalige verbondenheid
Die ze toonden
Voor ieder die het zien wou
Beatrijs 2021
*zijn kleren die ik van Ingrid, een vorig jaar overleden vriendin, aan heb getrokken. Zo is ze ook nu dicht bij mij en warmt mij tot in het diepste van mijn vezels.
Commenti